gender en adolescentie
De Preter probeert in dit artikel een uitleg te vinden voor het feit dat zorg en onderwijs meer dan ooit vrouwenbastions zijn. Hij vraagt zich ook hardop af of dat wel een goede zaak is.
Het artikel leest als een sneltrein. De auteur stelt dat hulpverlening in het algemeen vooral een vrouwenzaak is. Deze verregaande feminisering staat omgekeerd evenredig met het huidig functioneren van de man in het gezin: mannen maken meer tijd voor hun kinderen maar op school zien kinderen amper nog mannelijke rolmodellen passeren.
Eén van de verklaringen is te vinden in de leefwereld van academici op hogescholen en universiteiten. Door een verdubbeling, zelfs verdrievoudiging van het aantal studentes, terwijl de mannelijke aanwezigheid nagenoeg stabiel bleef, zijn de richtingen pedagogiek en psychologie extreem gefeminiseerd. Die voorkeur voor humane wetenschappen is reeds zichtbaar in het middelbaar waar ongeveer 75 procent van de leerlingen, meisjes blijken te zijn.
Volgens hoogleraar Buysse van de UGent heeft dit te maken met oeroude, moeilijk uitroeibare genderstereotypen. Ze stelt dat er aan de universiteit vrouwelijke en mannelijke rolmodellen worden gecreëerd die telkens opnieuw gereproduceerd worden. Telkens weer. Buysse stelt dat vrouwen zich beter voelen met een zorgende rol op de achtergrond. De vraag die uitvoerig wordt besproken is: is de studie- en beroepskeuze een gevolg van een aangeboren seksetypische voorkeur (‘nature’) of word je door genderstereotypen in een richting geduwd (‘nurture’)? De kampen van Simone de Beauvoir en Charles Darwin worden vervolgens uitgelegd en gesitueerd.
Filosofe Vandermassen (UGent) vraagt zich af waarom een huwelijk tussen biologie en feminisme zo moeilijk is. Er wordt verwezen naar een onderzoek dat stelt dat jongens graag met objecten omgaan en de meeste meisje omgang met mensen verkiezen. De kloof is even groot in een tiental verschillende culturen. Daarom zegt Vandermassen dat het ook samengaat met hoe welvarend een cultuur is: in een vrije, welvarende maatschappij kan je je eigen voorkeuren volgen, niet zo in arme landen. Toch wordt gesteld dat mensen niet “gedetermineerd” zijn. Naast biologische, zijn er ook culturele en politieke omstandigheden die de context kunnen en zullen bepalen.
Vandermassen stelt dat er in het onderwijs vandaag de dag net iets te veel dominantie is van de vrouwelijke waarden. Een voorzichtige terugkeer naar de meer klassieke visie op onderwijs is zeker aan te raden. Sommigen gaan zelfs een stap verder en pleiten ervoor om actieplannen op te stellen om jongens en jonge mannen warm te maken voor een carrière in het onderwijs of de zorg. Er moet niet verondersteld worden dat dit een wast of talent is voor mannen, en vrouwen mogen ook gestimuleerd worden om de handdoek op te nemen en een leidinggevende rol te aanvaarden, maar ook, en belangrijker nog, kunnen er mannelijke rolmodellen komen als zorg en onderwijs status en aanzien krijgen. Een beter loon, zou alleszins helpen, suggereert een van de geïnterviewden…
Eigenlijk wordt er in dit artikel lichtjes gesuggereerd dat de schoolomgeving te weinig is afgestemd op de persoonlijke behoeften en interesses van mannelijke leerlingen: ‘stage-environment fit’ theorie. De school- en zorgomgeving toont een gebrek aan macho-mannelijkheid, waardoor jongens te weinig geprikkeld worden om voor deze richtingen bewust te kiezen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb