De leraar als partner van externen
Werkpunten:
1. Hoe en wanneer wordt het CLB ingeschakeld?
2. Hoe en wanneer worden de pedagogische begeleiders ingeschakeld?
De rol van het CLB was me tot dit schooljaar niet echt duidelijk . Ik had er nogal een negatieve houding over. Een uitstapje van de kinderen naar het CLB was gewoon voor een korte doktersvisite eens om de zoveel jaren. En in mijn herinnering kwam het CLB altijd met hoogdravende theorieën die niet afgetoetst waren aan de capaciteiten van de leerling. Maar dit jaar heb ik toch mijn mening herzien.
Eind november zijn mijn echtgenoot en ik begonnen aan een traject met het CLB om te kijken hoe we onze zoon William beter zouden kunnen begeleiden op school. Het is de school zelf die contact met ons heeft opgenomen. De leerling begeleidster heeft zowel mijn echtgenoot als mezelf gecontacteerd in november 2019. Deze dame had ondertussen al contact opgenomen met de directeur van zijn lagere school en de lerares van het zesde studiejaar om een globaal beeld van zijn kunnen en kennen te krijgen. Het heeft planmatig heel wat voeten in de aarde nodig gehad, maar begin december 2019 is William, gespreid over enkele voormiddagen testen gaan afleggen bij het CLB. Hij had toen niet enkel taal- en wiskundetesten ondergaan, maar ook heeft hij de onderwijskiezer nog een keertje ingevuld om zijn interesses goed te kunnen plaatsen. Een IQ-test heeft hij daar eveneens gemaakt. Ikzelf ben eind november al eens gaan kennismaken met de CLB-begeleidster. Het gesprek heeft anderhalf uur geduurd. Op de dag van het oudercontact, viel ook die ochtend het oudergesprek met het CLB. Het is nooit prettig om minder nieuws te horen over je kind. Die ochtend hebben mijn man en ik een zeer capabel en heel objectieve medewerkster van het CLB zien zitten. Zij heeft met kennis van zaken de resultaten van de testen toegelicht en ons geïnformeerd over de verder te nemen stappen. Het rapport van William had ik haar ook al bezorgd.
Ik heb het gevoel dat de opvolging zeer goed is. Het is fijn om vast te stellen dat er ook een goede samenwerking is tussen CLB, de school en de ouders. Het CLB had ons na het gesprek ook aangegeven dat William recht heeft op terugbetaalde logopedie. Aangezien hij begin maart toch nog op controle moest bij zijn neus-keel- en oorspecialist, heeft William dan in maart ook hiervoor het juiste, officiële document ontvangen. Op school hebben ze ook niet stilgezeten. Dankzij de testen van het CLB heeft William 1-op-1 begeleiding gekregen een kleine week voor de uitbraak van het coronavirus. Deze 1-op-1 begeleidster is hem blijven opvolgen tot heden. Elke week trekt de begeleidster twee keer (minimum) een uur de tijd uit om met hem zijn wiskunde door te nemen. Begin maart had de begeleidster ook al William onder haar hoede genomen. Ze was zelfs al eens aanwezig in de les om hem te observeren. De gesprekken tijdens de preteaching vinden allemaal plaats vanop afstand via Skype. De begeleidster houdt mij ook goed op de hoogte. Ik weet het meteen als William zenuwachtig wordt of het gevoel heeft dat hij de pedalen aan het verliezen is. Op school is hij ondertussen ook al enkele keren les mogen volgen gedurende een paar lesuren. Het gaat dan om de vakken wiskunde, Frans, Nederlands en Engels. De klassen zijn bezet met maximum acht personen. Ik merk dat William erg veel deugd ervan heeft. De eerste keer terug op school, heeft de begeleidster ook gezorgd dat ze erbij was. Hij had toen wiskunde en het was meteen ook een toets. Na dat lesuur heb ik ook een goede briefing van de begeleidster ontvangen.
Wat ik enorm apprecieer is het gevoel dat je er niet alleen voor staat als ouder. Wij moeten totaal niet sleuren achter informatie. Zowel de school, het CLB als de begeleidster contacteren ons spontaan. Zo is er eind februari, begin maart nog een bijeenkomst geweest op de school met de leerling begeleidster, de CLB-medewerkster, de 1-op-1 begeleidster en mezelf om een stand van zaken te geven en ieders input samen te brengen. We zijn het er allemaal over eens (behalve de papa, maar dat is stilletjes aan het groeien) dat William niet thuishoort op deze noch een andere school met een aso-richting. Wat al van het begin door het CLB aan mij diets is gemaakt, wordt bevestigd: William is rijp voor een tso bovenbouwrichting. De vraag gaat zijn: waar… Maar vooraleer we daar zijn, hebben we nog op 9 juni aanstaande een Google-meeting met diezelfde mensen, plus mijn echtgenoot en hopelijk ook de klastitularis om een balans op te maken van William zijn eindspurt. William had gehoopt dat al zijn frustraties en onzekerheden gingen verdwijnen op het middelbaar, maar blijkbaar is de route die we samen met hem hebben uitgekozen nog niet de juiste…. Ik ben in ieder geval alle partijen heel dankbaar voor de vele uren die ze aan mijn kind besteed hebben. Ik kan daar nog meer over toelichten, maar u begrijpt dat het een verhaal is waar nog een vervolg aan moet worden gebreid.
Maar ook in Oostende en Brugge heb ik alleen maar positieve zaken gehoord van het CLB. In eerste instantie via de leerling begeleidsters. In Brugge heb ik op 5 maart 2020 een vergadering mogen meevolgen tussen CLB en leerling begeleidsters. Niet alleen werden er specifieke gevallen grondig besproken (jongen met longprobleem, en meisje met ASS maar met net te weinig punten om hulpverlening te krijgen) maar ook werd er door het CLB aangedrongen om de zorgen op school in kaart te brengen. De verhalen over de leerlingen die ik te horen heb gekregen, zijn toch wel pakkend. De jongen heeft een ondersteuner maar zijn ziekte maakt dat hij vaak voor langere periodes afwezig is. Hij staat op een wachtlijst bij het Zeepreventorium, maar ondertussen gaat het CLB eens kijken of het installeren van BedNet een alternatief zou kunnen zijn. De rol van de leerling begeleidster is dan om bij de ouders van de jongen te informeren of zij al gebruikgemaakt hebben van de diensten van BedNet. Het verhaal van het meisje is nog wat moeilijker. Hier komt eruit dat het CLB ervoor gaat zorgen dat ze psychosociale functioneringsgesprekken gaat krijgen. De hulp op school die de leerlinge al krijgt, wordt eveneens toegelicht. Soms is het moeilijk om een kind te kunnen helpen. De machteloosheid van de ouders is te begrijpen, maar scholen moeten ook richtlijnen en regels volgen. Bovendien mag de klas zich ook niet tegen de leerling keren omdat ze zich soms mis begrepen voelt. Groepsdruk is iets vreemds…
De rol van de externe pedagogische begeleiders is mij een klein beetje duidelijker geworden. Ik heb begrepen in Oostende dat ze de GOK-begeleider enorm hebben geholpen en ondersteund bi het opstellen het dossier om in orde te zijn met het GOK-decreet. In Brugge heb ik dan zelf kunnen meemaken dat ze een voortrekkersrol spelen bij het opstarten van een Taalteam. Op maandag 2 maart 2020 heb ik de startvergadering mogen meemaken. Het was de medewerkster van de Pedagogische Dienst die de hele vergadering geleid had. We hebben allemaal een blad gekregen met de te bespreken punten op (zie in de bijlage). Al die punten zijn behandeld geworden. Er zijn vele praktijkvoorbeelden beschreven. De aanleiding van deze vergadering was dat een leerkracht van Frans (en velen met haar) hadden vastgesteld dat de leerlingen van tso en bso niet graag lezen. Dit was nog maar een startvergadering waar ideeën werden opgeworpen en bezwaren werden getoetst aan haalbaarheid en realiteit. Ik vond het goed om te zien dat er toch tussen de tien en vijftien leerkrachten aanwezig waren om er hun schouders achter te zetten. Later, bij de uitwerking van mijn stageactiviteiten, heb ik dan speciaal een les gemaakt over “Leesplezier” gekoppeld met wat video’s waar ik stukjes voorlees uit zes boeken. Ik ben van mijn mening dat zien lezen, doet lezen. Dankzij deze vergadering ben ik daar nog meer van overtuigd geworden.
Maak jouw eigen website met JouwWeb