Ik heb gemerkt dat ik overkom als een vlot persoon met een open persoonlijkheid. Alhoewel dat zeker zo is, geldt dit niet altijd. Mijn stem is niet echt dragend, toch merk ik dat mijn lichaamstaal dit compenseert. Voor de eerste keer heeft een mentor mij gezegd dat ik er sta als leerkracht. Dat alleen al heeft me vleugels gegeven. Ik begin te beseffen dat ik het met mijn improvisatietalent alleen niet ga halen. Op het einde van de stages ben ik toch overgegaan tot het uitschrijven van mijn teksten, om zo zelfzekerder over te komen. Een arbeidsintensieve activiteit, maar een activiteit die ik zal moeten incalculeren om een goede start te maken. Dit mooie compliment heeft me anderzijds wel de kracht gegeven om nog een tandje extra bij te zetten. Ik weet heel goed hoe mijn eigen SWOT-analyse eruitziet. Ik weet ook dat ik zelf mijn ergste vijand ben. Faalangst als de eindmeet lonkt, is een gevecht dat ik altijd zal moeten voeren. Zo heb ik mij dit jaar veel harder ingespannen dan vorig jaar, maar krijg ik het gevoel dat het resultaat niet echt zichtbaar is. Ik moet me daar nu echter niet op focussen en mij concentreren op de vooruitgang die ik wel al geboekt heb.

 

Dat lesgeven veel meer is dan die 24 u/week is overduidelijk. Inhoudelijk je vak kennen is gewoon de basis die je nodig hebt. Op aanspraak van mijn vakmentor Frans en mijn vakdocent Frans, ben ik na mijn novemberstage en de kerstexamens begonnen met extra lessen om mij mondeling beter te kunnen uitdrukken. Ik weet ook dat ik grammaticaal niet sterk sta. Ook daar heb ik al ministappen voorwaarts gezet. Mijn tweede vakmentor Frans heeft me op alle mogelijke manieren ondersteund. Wekelijks heb ik toch minimum een uur met hem getelefoneerd. Hij heeft me ook per mail heel goed op mijn fouten en pijnpunten gewezen. Doch doordat ik me door hem enorm gesteund voelde, voelde dat verbindend aan. Ik heb alle fouten zo veel mogelijk uit alle mijn stageactiviteiten gehaald. Ook na de stage is hij me blijven begeleiden. Ik kan hem daar alleen maar erkentelijk voor zijn. Men zou kunnen stellen dat onderwijskunde 5 daarover niet gaat, maar dat klopt niet. Alles wat ik nu geleerd heb, maakt dat ik een beter beeld krijg van het totaalplaatje. Al mijn vakmentoren hebben het meermaals gezegd: als leerlingen je op een fout betrappen, zijn ze genadeloos.

 

In mijn taak als opvoeder heb ik gemerkt dat ik nog directer de leerlingen mag aanspreken. Had ik mijn bijkomende artikels al gelezen, dan ben ik ervan overtuigd dat ik heel anders gereageerd zou hebben op een leerling die al vloekend en tierend per mail liet weten dat hij zijn taak absoluut niet kon maken omdat hij de documenten niet kon downloaden. Er is dan heel wat heen en weer gemaild tussen de leerling en mezelf, totdat ik mijn vakmentor erbij heb geroepen. Hij heeft mij de raad gegeven om kordaat een ultimatum te stellen aan de leerling: indienen of naar school gesommeerd worden om onder begeleiding de taak te maken. Bijna drie weken later heeft de leerling zijn taak dan uiteindelijk toch ingeleverd, doch zeer onvolledig. Ik vond het vriendelijk van de vakmentor dat hij mij op de hoogte heeft gehouden. Ik van mijn kant had ook beter moeten inspelen op de vraag wat de leerling eigenlijk echt wilde zeggen… Nu hebben we louter in rondjes gedraaid. Ik heb ook mijn eigen videogesprek met een puber eens bekeken. Ook hier is nog werk aan de winkel. De toon van het gesprek is goed, maar mijn lichaamshouding klopt niet. Ik zit veel te voorovergebogen. Dit straalt geen vertrouwen uit naar de leerling toe. Ook heb ik me erover verbaasd hoeveel voorbereiding zo een klein gesprekje van nog geen tien minuten vergt. Ik ben stiekem blij met deze oefening omdat het vinden van de juiste, gerichte vragen echt wel moeilijker is dan gedacht. Ik ben al snel geneigd om een mening te hebben, nog voor ik de leerling goed en wel heb laten uitspreken.

 

Ik ben blij dat mijn visie over de externen waarmee je in contact komt als leerkracht is bijgedraaid. Ik zie dat hun rol op school veel groter is dan ik eerst had gedacht. Ik heb in een artikel gelezen dat je eerst alle kanalen moet aanboren op school zelf, alvorens je gaat aankloppen bij het CLB. Vroeger zou ik het daarmee eens geweest zijn. Nu maak ik een bocht van 90 graden. Vraag sneller raad en advies aan deze externen. Doordat ze niet voortdurend op school aanwezig zijn, kunnen ze situaties ook objectiever inschatten. Bovendien zit er daar heel veel expertise die ze graag verdelen onder geïnteresseerden, dus waarom niet.

 

Maar af en toe loopt er natuurlijk wel eens iets goed. Ik merk dat ik goed een klas kan lezen en iedereen aan het woord laat. Ik merk ook dat de leerlingen het aanvoelen dat ik authentiek ben. Ik ben oprecht geïnteresseerd in de leerlingen en ik vind de materie die ik gegeven heb uitermate interessant. Ik voel dat de leerlingen mijn verhaal geloven. Dit is een van mijn sterke punten. Wat ik ook ervaren heb, is dat ik me als een vis in het water voel in het schoolteam. Opvoeder, mensen van de planning, het secretariaat, de directeur, maar vooral de medeleerkrachten: ik krijg zo veel positieve energie hiervan. Dit maakt dat ik elke dag met plezier op stage ben vertrokken. Het geeft me een veilig gevoel dat je als leerkracht er nooit alleen voor staat. Niet alleen veilig voor mezelf, maar ook voor de leerlingen. Geen enkele school laat de zaken zomaar op zijn beloop. In beide stagescholen wordt er zeer kort op de bal gespeeld. Iedereen van het schoolteam is ook zeer transparant. Dit maakt dat veel medewerkers op de hoogte zijn van moeilijke situaties of voorvallen in de klas. Ik bekijk dat als een positief punt, althans.

 

Het leven van een startende leerkracht zal zeker niet over rozen gaan, maar een advocaat die eerst drie jaar stage moet lopen op de balie start blind met een rugzak vol theorietjes. Als bachelor secundair onderwijs heb je het voordeel dat je toch al eens geproefd hebt van het beroepsleven, alvorens voor de leeuwen te worden gegooid. En is het niet zo dat we allemaal levenslang moeten leren? Dus af en toe eens iets opzoeken of een studiedag bijwonen, gaat er vast en zeker toe bijdragen dat werkpunten kunnen omgebogen worden tot mooie leeropportuniteiten.