De leraar als lid van een schoolteam
Werkpunten:
- Hoe kan ik mijn steentje bijdragen bij de Voorleesweek (Nederlands) of Olyfran (Olympiade Frans)?
- Hoe zit de studie in elkaar?
- Wat wordt er allemaal gezegd en gedaan op de wekelijkse vergadering van het leerlingoverleg?
Alhoewel ik mij die vraag niet gesteld heb, is er mij tijdens mijn stage 2 iets duidelijk geworden: de ketting is maar zo sterk als de zwakste schakel. Dit spreekwoord zou ik graag in verband brengen met de lerarenkamer. Ik heb twee totaal verschillende lerarenkamers gezien. In het College in Oostende had je een heel groot lokaal waar je kan werken aan een computer aan de ene kant, maar ook een zithoek en tafel aan de andere kant. Er zat daar amper drie personen, mezelf niet meegerekend. Er mocht hier niet gegeten worden. De school heeft een aparte ruimte voor de leerkrachten, vlak naast de eetzaal. Ik merkte dat veel leerkrachten ofwel in hun eigen lokaal bleven, ofwel naar een andere ruimte gingen aan de andere kant van het gebouw waar ik de indruk kreeg dat ze ook veel beter konden doorwerken. Het feit dat in die laatste ruimte ook een printer beschikbaar was, en het er gezellig warm was, kan ook meespelen. In een gesprek met de directeur op het einde van mijn novemberstage, bleek dat hem wel hoog te zitten. De directeur was aan het bekijken hoe de oorspronkelijke lerarenkamer meer tot een ontmoetingsplaats onder leerkrachten zou kunnen worden omgetoverd. Een gevolg van de minieme bezetting van de lerarenkamer is wel dat je niet goed kan communiceren met je medecollega’s. In het VHSI Brugge was het in de lerarenkamer een komen en gaan van leerkrachten. Iedereen lijkt hier iedereen aan te spreken. Ook hier is het een grote ruimte die opgedeeld is in twee stukken: de ontmoetingsruimte enerzijds (en tevens grootste ruimte) en een praktisch gedeelte met de lerarenvakjes, de drankenautomaat, een klein keukentje en een grote opbergkast waar leerkrachten hun syllabi konden achterlaten op een veilige manier. Hier zat er gemiddeld altijd tien man. Het is hier dat ik een leerkracht heb kunnen identificeren en vragen of ik mocht deelnemen aan een vergadering over het taalbeleid op school. Mijn vraag werd zonder probleem gevalideerd en ik kreeg duidelijk de indruk dat de leerkracht al op voorhand ingelicht was door de directrice aan wie ik de vraag in de eerste plaats had gesteld.
In beide scholen heb ik mij snel opgenomen gevoeld door het voltallige schoolteam. Ik heb altijd iedereen kunnen aanspreken en altijd hulp gekregen bij praktische probleempjes die zich gesteld hebben doorheen de stage. Ik ben ervan overtuigd dat mijn proactieve houding en mijn leergierigheid wel zichtbaar was. Maar ben vooral blij dat iedereen mij de mogelijkheid gegeven heeft om alle vragen (groot, klein, dom, pietluttig, …) te stellen en een onderbouwd antwoord te hebben gekregen.
Zo heb ik in Oostende ook een Pedagogische Raad mogen meemaken na de schooluren op donderdag 18 november 2019. Het ging er heel geanimeerd aan toe. Maar ik ben toch verschoten overschoten over het groot aantal agendapunten dat er besproken werd. Elk punt leek wel even belangrijk. Een agendapunt was onder meer de ICT-integratie via Smartschool. De grote vraag was hoe ze dat aantrekkelijk konden maken voor leerkrachten en leerlingen. Er werd onder andere gewerkt met BookWidgets maar ook met WeZooz. Omdat het over betalende extra’s ging, was het toch nodig om te kijken naar de effecten. De efficiëntie en het efficiënt gebruik werden onder de loep genomen. Had iedereen toen geweten wat er nog in het verschiet lag, dan zouden ze hier nog veel langer bij hebben stilgestaan… Maar dat gaat volgens mij voor heel wat scholen opgegaan zijn…
Op mijn allereerste stageschool heb ik mee toezicht mogen houden op de Olyfran-wedstrijd. Ik wou dan nu ook wel eens weten hoe mijn scholen van Stage 2 zich engageerden. Het is meneer Ampe die me vertelt dat de GOK-leraar in Oostende me daar een tipje van de sluier kan lichten, aangezien hij daarnaast ook leerkracht Frans is. Het gaat om meneer Bart Zeebroek. Op 15 november 2019 heb ik met hem daarover een gesprek gehad in de (lege) lerarenkamer. In plaats van de olympiade toe te lichten, heeft hij me wat meer verteld de belevingsdagen van de tweedes. Ook daar steek het hele team veel (vrije) tijd in. Het is een hele logistieke organisatie want de leerkrachten die meegaan, moeten vervangen worden, enzovoort. Hij praat er erg warm en bevlogen over.
Over de studie kan ik ook nog iets vertellen. Hoe het er in Oostende aan toegaat, heb ik al eerder toegelicht. Ik heb daar echter geen studie meegemaakt. Wel heb ik kunnen vaststellen dat elk jaar, of elke graad, een balzaal ter beschikking krijgt voor de studie. Aangezien ze een uniek systeem hebben van 10 minuten verplichte studie aan de start van zowel de ochtend- als de namiddagblok, is dit ook wel nodig. Tijdens de Pedagogische Raad kwam mij ook ter ore dat het een systeem is dat al meer dan 75 jaar wordt toegepast in de school. Het is dus echt wel een paradepaardje! In Brugge zit de school midden in verbouwingen. Dit brengt met zich mee dat de beschikbare ruimte beperkt is. De studie wordt in de overdekte refter gehouden, die tevens ook dienstdoet als eetzaaltje. Als je studie zegt, dan denken sommigen ook aan strafstudie. In Brugge is die strafstudie elke maandagochtend. Als je weet dat op maandag de school pas om tien uur begint en de strafstudie reeds om 8 u.25 dan zou je kunnen concluderen dat dat feit alleen al een straf op zich is. Op 2 maart 2020 heb ik meegeholpen. Er waren een zestal leerlingen aanwezig. Als toezichthouder moet je alles ook ingeven in Smartschool. Er is een heel systeem want de strafstudie werkt met een aantal gradaties. Ik heb toen ook de agenda’s mogen controleren en mijn paraaf her en der mogen zetten. Aan de gesprekken met de toezichthouder merkte ik dat er een aantal reguliere klanten aanwezig waren. Het was (bijna) grappig om vast te stellen dat sommige kinderen nog heel wat slaap hadden in te halen. Dit keer was het een kleine bende, en volstond een lokaal. Het is echter niet abnormaal dat een tweede lokaal dat er recht tegenover staat eveneens gebruikt wordt.
Tijdens mijn gesprekken in Oostende met de leerling begeleidster in november 2019 wordt aangekaart hoe de wekelijkse vergadering van het leerlingenoverleg eraan toegaat. Mevrouw Lootens is verantwoordelijk voor de eerste graad. Naast directie, zitten ook studiemeesters, leerlingen begeleiders en de graadcoördinator in dit overleg. Om de twee weken komt er ook iemand van het CLB de vergadering bijwonen. Er zijn een aantal leerlingen die sowieso opgevolgd worden. Dat kan om allerlei redenen zijn: bijvoorbeeld omdat de puber zich niet goed voelt in zijn, omdat de leerling zichzelf krast of donkere gedachten heeft. Maar ook leerlingen die langdurig afwezig zijn worden besproken of laatkomers met geen zicht op verbetering. Vervolgens worden ook de klassenraden besproken. Er wordt gekeken wat er goed loopt en minder goed loopt. Zo een vergadering duurt een uur. Zowel de onder- als de bovenbouw hebben dergelijke bijeenkomsten. De bedoeling van de school is om kort op de bal te spelen en te weten wie wat moet doen. Er wordt benadrukt dat een school geen eiland is, maar een samenspel tussen klassenleraar, ouders, kind en het voltallige schoolteam. Wat ik niet wist is dat alles wat een leerling in vertrouwen tegen een begeleidster zegt, niet zomaar aan de klassenleraar mag worden verteld. Dit laatste kan alleen mits uitdrukkelijke toestemming van de leerling zelf.
Op 19 november 2019 was er ook een vergadering van de leerlingen van de hogere graad onder leiding van een personeelsmedewerkster, mevrouw Ann Van Braeckel. Mevrouw Van Braeckel boort de te behandelen onderwerpen aan. Het zijn echter de leerlingen zelf die het woord voeren. Ik was enorm verschoten van de visie en het inzicht van de leerlingen. Er werd gepraat over de slechte kwaliteit van de schoolfietsen, maar ook de themaweek werd aangeboord, en ook naar de inhoud van het “leren leren” werd grondig gekeken. Ook klasruzies door gebrek aan ruimte worden besproken en het feit dat de OKAN-leerlingen meer betrokken willen worden in het schoolse gebeuren. De leerlingen blijken ook inspraak te hebben in het examenrooster en de planning daarvan. Dit alles is toch een goed voorbeeld van de grote betrokkenheid tussen schoolpersoneel en leerlingen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb