Het M-decreet is niet iets dat bij OLVO Oostende in het oog sprong. In het schoolreglement bijvoorbeeld wordt er geen specifieke verwijzing naar gemaakt, evenmin in de schoolbrochure. Zoals blijkt uit de syllabus heeft een M-decreet een bindend karakter en is elke school verplicht de zes krachtlijnen toe te passen. In mijn gesprek met de leerlingbegeleidster van de hogere graden is gebleken dat alle maatregelen, hulpmiddelen en decreten die moeten worden toegepast organisch door de hele school worden aangewend en gebruikt.
Ik heb wel meermaals bij mijn vakmentoren gemerkt dat het niet altijd even vanzelfsprekend is om het ‘deficit-denken’ te verlaten. De leerkracht heeft echter altijd het beste met de leerling voor, maar als hij merkt dat de lat te hoog ligt voor zijn leerling is het niet altijd wenselijk en mogelijk om de leerling datgene aan te bieden dat hij nodig heeft om te kunnen leren. Sommige leerlingen waren zichtbaar aan het verdrinken, ondanks alle extra hulp die hen werd aangeboden. Doch ik heb op geen enkele moment vastgesteld dat de leerkracht de betrokken leerlingen een minderwaardig gevoel heeft gegeven of extra nadruk op hun moeilijke leersituatie heeft gelegd.
Ik heb ook gezien dat elke leerling welkom is op deze school. Zelf ben ik geen leerling tegengekomen die in het bezit was van een gemotiveerd verslag. Leerlingen zonder een dergelijk verslag zaten er wel in elke klas. Zo heeft mijn vakleerkracht Frans altijd een brede basiszorg aangeboden aan elk van haar leerlingen. Iedereen mocht op zijn eigen tempo oefeningen maken in de klas. Kinderen met dyslexie kregen de mogelijkheid om hun dialoog onder vier ogen naar voren te brengen. Ook kregen deze leerlingen al ruim op voorhand hun toetsen aangekondigd, dit zelfs in samenwerking met externe contacten zoals de logopedist. Tot slot wil ik zeker ook nog vermelden dat er een Gon-leerkracht aanwezig is in de school die zijn tijd verdeelt tussen leerkracht Frans aan de eerste graad en deze taak. De beperkte uren die hij hiervoor krijgt toegewezen, en de tijd die hij steekt in het administratief op poten stellen van de nodige dossiers, heeft bij mij respect afgedwongen.
Ik ben op een interessant artikel gestoten in de Onderwijskrant (juli-augustus-september, 2019) waar de Brugse directies van het secundair onderwijs van de scholengroepen Sint-Donaas en Sint-Maarten het recht op redelijke aanpassingen vertalen naar hun dagdagelijkse realiteit. Terwijl het M-decreet spreekt over budgetneutrale inspanningen, klagen de scholen aan dat de uitgaven voor koptelefoons, studiebuddy’s en de aankoop voor aangepaste software een loodzware belasting is op de voor hen beschikbare financiële middelen doordat de kosten hiervoor stijgen. Daar komt nog bij dat “de ondersteuningsnetwerken ook geen middelen hebben om nieuwe aanmeldingen gedurende het schooljaar tegemoet te komen.” Er worden in dit artikel nog meer voorbeelden aangehaald, maar schrijnend is toch de zin: “Niemand wijst inclusie als dusdanig af, maar de wijze waarop het M-decreet inclusie regelt, heeft een grote ontreddering veroorzaakt.” Ik heb het zo niet aangevoeld in OLVO Oostende, maar heb deze ondertoon wel ervaren bij meerdere vriendinnen die in het onderwijs werkzaam zijn.
Maak jouw eigen website met JouwWeb