De leraar als partner van ouders

 

Werkpunten:

 

  1. Hoe benader je ouders als je hen buiten de schoolpoorten tegenkomt?
  2. Hoe is je lichaamstaal als je ouders aanspreekt over het zoon of dochter? En meer bepaald bij ouders met een allochtone achtergrond?
  3. Hoe kaart je aan dat de leerling niet meewerkt/contraproductief is tijdens de lessen?

 

Als ouder weet ik hoe belangrijk een goed contact met de leerkrachten kan zijn. Op de basisschool van mijn kinderen heb ik altijd open en transparant gecommuniceerd met de onderwijzers, de opvoeders en de directeur. Het team van de lagere school is heel benaderbaar. Mijn kinderen zaten ook steeds tot een van de allerlaatsten in de naschoolse opvang. In het middelbaar sta je als ouder niet meer aan de schoolpoort. Hierdoor komt het dat ik sneller geneigd ben om een bericht via Smartschool te sturen naar de betrokken leerkracht. Soms is er ook heen-en-weercommunicatie met de opvoeders van de school van mijn oudste kind. Meestal gaat het om wat uitleg over toetsen die ver onder de mediaan liggen. Soms ook om uitleg te vragen en te krijgen over het te laat arriveren op school, of de bevestiging dat zoonlief aanwezig zal zijn op de strafstudie. Het leven zoals het voor hen is. De oudercontacten zijn echter grotendeels door mijn echtgenoot bezocht geworden. Hij kan heel objectief cijfers en mensen plaatsen. Ikzelf kon vroeger nogal uit mijn lood geslagen worden over de uitleg van sommige leerkrachten over bijvoorbeeld de foutieve schaar- of penhouding van mijn kinderen. Nu kan ik er om lachen, toen niet. Ik weet ook dat ouders en kinderen vandaag mondiger zijn, maar kan dat eigenlijk heel goed plaatsen, na het lezen van het boek Korte lontjes van Hans Kaldenbach.[1]

 

Normaal gezien had ik met meneer Vanderlinden een oudercontact kunnen meemaken op 2 april 2020. Covid-19 heeft er anders over beslist. Wat ik natuurlijk wel al meegemaakt heb dit schooljaar, zijn twee oudercontacten in twee verschillende scholen op vrijdag 20 december 2019. Ik zal hier als ouder beschrijven hoe ik deze oudercontacten ervaren heb. In beide gevallen zijn mijn man en ik naar het oudercontact gegaan. Op woensdag 18 december 2019 heb ik een telefoon gekregen van de klastitularis van mijn tweede zoon. Hij zit in het eerste middelbaar.[2] De titularis heeft me toen uitgelegd dat het voor William zeer moeilijk gaat zijn om een verdere schoolcarrière uit te bouwen op deze school. Er werd telefonisch overlegd en overeengekomen dat ik dit slecht nieuws eerst ging bespreken met mijn echtgenoot. Ik heb aan de telefoon laten weten dat ik de gedachtegang van de leerkracht kon volgen en eveneens geneigd ben/was om hem naar een school te sturen met een tso bovenbouw. De titularis raadde me ook al aan om William voor te bereiden op zijn mindere resultaten. Al bij al is het goed dat de titularis de koe bij de horens heeft gevat en mij telefonisch reeds voor te bereiden op zijn cijfers. Ook heeft ze me diezelfde avond nog via Smartschool zijn rapport bezorgd. Op vrijdag is William dan meegekomen naar het oudercontact. ’s Ochtends was hij zijn officieel rapport gaan afhalen in de klas. We zijn niet lang binnen geweest. De titularis viel meteen met de deur in huis door te zeggen dat dit een afscheid was en wenste William veel succes in zijn nieuwe school. (slik) Daar sta je dan als ouders: sprakeloos en op snelheid gepakt. Mijn echtgenoot heeft geen woord gezegd. Mijn zoon evenmin. Ik heb nog even geprobeerd om aan te geven dat dit niet zo mondeling was afgesproken, maar het kalf was al verdronken. De leerkracht kon ons amper in de ogen kijken. Naderhand zijn we gepasseerd aan het lokaal van het CLB. Daar hebben we geprobeerd om zo objectief mogelijk het gesprek te vertalen naar de CLB-begeleidster. Enkele uren later was het dan de tijd voor het oudercontact van de oudste zoon. Hij zit op een andere school. Twee jaar ouder en dus zit Leo in het derde middelbaar. Bij hem waren er geen problemen. Hier is er een heel vlot contact met de klastitularis. De leerkracht hield zich strikt aan de volgorde zoals onderschreven op Smartschool. Een geluk voor ons, een tegenvaller voor de ouder die eerst wou binnengaan. Een leerling in de tweede graad kan je niet vergelijken met een persoon die pas begonnen is in de eerste graad. Dit vraagt dus ook een andere benadering tussen leerkracht en leerlingen. Dit reflecteert zich ook op de ouders. Voor ons als ouders was het zeer aangenaam om te zien dat de klastitularis heel goed het karakter van je kind kan plaatsen. Na amper tien minuten hebben we de school verlaten met een goed gevoel.

 

Dit doet me denken aan het gesprek dat ik met de voorlopige Pedagogische Directeur van de eerste graad heb gehad op het College van Oostende. Op 19 november 2019 heeft meneer Stijn Ampe me onder andere verteld dat oudercontacten niet altijd zonder slag of stoot verlopen. Zo is hij eens ooit een leerkracht te hulp geschoten die zich de woede van een ouder op de hals had gehaald. De leerlinge in kwestie was deel van een tweeling. In het verleden waren er al akkefietjes met de twee meisjes geweest. Dit keer ging het om een voorval van vandalisme tijdens de studie. Het meisje had op een bank geschreven. De leerlinge wordt hiermee geconfronteerd door twee studiemeesters die het meisje om een gesprek had gevraagd op de middag in de studiezaal. Het potje van het kind loopt over. Ondanks het verzoek dat ze naar de receptie moet in plaats van naar de klas (of naar huis), luistert de puber niet. Na enige tijd stelt de school vast dat de leerling ontbreekt in de klas. De school contacteert de ouders maar daar geeft niemand thuis. Opeens wordt er bij meneer Ampe op de deur geklopt: vader en dochter staan voor zijn deur en eisen in het Frans nogal onbeschoft de aandacht en tijd van hem op. In zijn functie als graadcoördinator probeert hij de vader te kalmeren. Meneer Ampe is echter niet op de hoogte van het voorval. Ondertussen in de betrokken leerkracht erbij komen staan en geeft haar kant van het verhaal. De vaders agitatie stijgt met de minuut. Hij gelooft enkel het verhaal van dochterlief. Op het einde van het schooljaar heeft de tweeling de school verlaten. Ook vertelt hij dat ouders met een Arabische achtergrond soms ook de discriminatiekaart trekken en zo inspelen op de zelfvervullende voorspelling dat mensen met een zuiderse origine altijd anders benaderd worden. De heer Ampe benadrukt echter dat de ingesteld van de school altijd in de eerste plaats is om iedereen gelijkwaardig te behandelen. Hij laat ook blijken dat het anders kan. Niet alle situaties escaleren. Dit kan echter alleen maar als er een rustig gesprek plaatsvindt waar de ouder zijn zegje mag doen, maar de school haar standpunt ook mag verduidelijken en er ruimte is voor begrip van beide partijen. In datzelfde gesprek heb ik hem ook gevraagd hoe hij ouders benadert die hij tegenkomt buiten de schoolmuren. Ten eerste is het zo dat ouders jou als leerkracht wel herkennen, maar omgekeerd is dit niet altijd het geval. Met eens vriendelijk goedendagzeggen, daar is niets mis mee. Het hangt soms ook van de context af.

 

Op 20 februari 2020 heeft er op het VHSI Brugge een gesprek plaatsgevonden tussen de moeder van een leerling en de leerling begeleidster. De betrokken leerling is niet aanwezig. Aangezien de moeder van Pakistaanse afkomst is en de Nederlandse taal niet goed kan spreken, is haar dochter meegekomen als tolk. Ik krijg de toestemming van de ouder om het gesprek te volgen. Later zal de klastitularis even kort binnenspringen. Iedereen toont een enorme betrokkenheid en bereidheid om mee te werken. Het probleem is dat de leerling al meer dan 16 volledige dagen afwezig is geweest op school. Dit komt overeen met drie volle weken afwezigheid op school. Daar bovenop staat er in zijn dossier te lezen dat hij ook al 23 keer te laat is geweest. Tijdens dit gesprek wordt het belang van het aantal dagen meermaals benadrukt. Dertig dagen komt overeen met schorsing. Naarmate het gesprek vordert komt het naar boven dat de leerling thuis doet waar hij zin in heeft. Hij heeft voor zijn ouders ook vaak een uitleg klaar. De school licht toe dat er een groot verschil is tussen zijn gedrag van vorig en dit schooljaar. De leerling gamet heel veel en vaak tot in de vroege uurtjes (soms zelfs tot half twee ’s nachts) en moet zichzelf dan al heel hard forceren om op te staan. Omdat hij in de herfst van dit kalenderjaar al achttien jaar wordt, en hij een vakantiejob heeft uitgeoefend in de zomervakantie om een smartphone te kopen, vinden zijn ouders niet dat ze hem het toestel kunnen afnemen in de hoop het gamen te doen verminderen of stoppen. De moeder erkent dat de leerling geen strenge opvoeding krijgt. Er komt ook uit de bus dat het thuisfront geen invloed op hem kan uitoefenen. In het weekend vertrekt hij in de vooravond naar god-weet-waar om dan pas ver na middernacht terug thuis aan te komen. Hij verantwoordt zichzelf met het argument dat “iedereen dat doet.” Als de klastitularis het gesprek vervoegt, worden ook zijn schoolresultaten erbij gehaald. De leerkrachten Frans en de klastitularis overwegen om hem voor Frans in een lager jaar te zetten wegens de minimale kennis. Er wordt herhaald dat hij op een C-attest afstevent. Hij heeft ook een vier à vijftal onvoldoendes. Ook het te laat komen wordt nog eens opgeworpen. Hij zou eigenlijk nog 22 uren moeten inhalen! Samen met de ouders gaat de school kijken hoe die uren het best ingevuld worden: Strafstudie? Werken met een contract? Maar ook: zijn wij het juiste onderwijssysteem van de leerling in kwestie? Het komt bovendien uit dat hij nog doktersbriefjes nodig heeft om zijn afwezigheden te verklaren. Zo niet is hij ongewettigd afwezig. De school probeert uit te leggen dat een diploma tegenwoordig nodig is om geld in het laatje te brengen. Zijdelings wordt duidelijk gezegd dat zijn houding een negatief effect heeft voor de klassfeer. De zus geeft aan dat ze de ernst van de situatie inziet. Er wordt afgesproken dat het CLB wordt ingelicht om te kijken of er al dan niet sprake is van een gameverslaving. Ook wordt er door de leerlingbegeleider gepolst naar een drank- of drugsverslaving. Drank wordt resoluut van de kaart geveegd wegens hun religieuze achtergrond. Drugs niet. Er wordt een plan geopperd om de leerling naar de huisarts te krijgen onder het mom van het ophalen van de gevraagde doktersbriefjes en om dat meteen ook bloed te laten nemen om een drugstest uit te voeren. De moeder werpt geen bezwaren op. De leerlingbegeleider gaat contact opnemen met de huisarts om de situatie uit te leggen op voorhand. Ook gaat de begeleider eens polsen bij De Sleutel over de eventuele symptomen van een drugs- en gameverslaving. Op het einde van het gesprek wordt er uitdrukkelijk gevraagd aan de moeder of alles duidelijk is. Er komt een positief antwoord.

 

Informele gesprekken met mijn vakmentoren, en commentaren tijdens de klassenraad van 17 februari 2020,  geven ook aan dat oudercontacten niet altijd simpel zijn: moeders die zich als leeuwinnen verdedigen voor het gedrag van hun kinderen, maar niet altijd inzien dat hun puber daar niet bij is gebaat op lange termijn, ouders die menen dat hun kinderen over water kunnen lopen, ouders die geen tijd hebben om tijd de steken in het oudercontact, maar toch graag hun financiële draagkracht etaleren alsof dat alles verklaart … Het valt zeker in het VHSI Brugge op dat de leerkrachten hun leerlingen zeer goed opvolgen, dat alles goed doorgepraat wordt tussen de leerkrachten onderling (formeel en informeel), maar ook met alle andere betrokken partijen, zoals het personeel aan het onthaal, de opvoeders en alle andere mogelijke betrokken kanalen.

 

 

[1] Zie de bespreking in het onderdeel van de ‘verdieping en verwerking’.

[2] Door tussenkomst van en in samenspraak met de school zijn we voor hem een dossier opgestart bij het CLB wegens zijn tegenvallende schoolresultaten. Maar hier kom ik later nog op terug bij het bespreken van de ‘samenwerking met externen’.