Ik ben in eerste instantie eens gaan kijken op de website van OLVO College Petrus & Paulus Oostende. Hier vind je allerlei zorginitiatieven terug:
- LEERBEGELEIDING
De leerling staat centraal en wordt intensief opgevolgd. Bij eventuele problemen wordt een zorgtraject op maat uitgewerkt, zodat elke leerling alle kansen krijgt. Leerlingen krijgen de kans om onder begeleiding vakken bij te werken waar nodig.
- WARME SCHOOL
We zijn een warme school waarin de zorg voor de leerlingen centraal staat.
- HET COLLEGE ZORGT
In de huidige samenleving is het van groot belang dat mensen de kans krijgen om te proberen en daarbij hun weg te zoeken. Als school dragen we daartoe ons steentje bij. Op het niveau van studeren doet de school inspanningen om leerlingen te helpen bij het vinden van een voor hen geschikte studiemethode. Ook tekorten of leerachterstanden worden geremedieerd in samenspraak tussen leerlingen en leraren.
Voor alle emotionele, sociale en cognitieve problemen kunnen leerlingen en ouders terugvallen op het goed uitgebouwde netwerk van klassenleraren, studiemeesters, leerlingenbegeleiders en CLB.
- LEERLINGENBEGELEIDING
o DE LEERLINGENBEGELEIDERS
Leerlingbegeleiding moet gezien worden als een schakel binnen een continuüm van zorg. Ze bouwt verder op wat reeds gebeurde in de basisschool en ze bereidt voor op wat nog volgt in de verdere studieloopbaan van de leerling.
Leerlingbegeleiding is niet een losstaand gegeven binnen het schoolgebeuren. In alles wat zich op school voordoet, zowel in de les, tijdens een studiemoment of tijdens ontspanning is er sprake van leerlingbegeleiding. Leerlingbegeleiding is een verantwoordelijkheid van iedereen binnen de school. Niet alleen de leerlingbegeleiders, de klassenleraar en de studiemeester-opvoeder hebben hierin een belangrijke taak; ook voor elke vakleerkracht, de directie en het ondersteunend personeel ligt een belangrijke taak weggelegd op dit vlak. Tijdens de schoolloopbaan worden wegen uitgestippeld, verkend, soms gebaand dankzij veel inzet en doorzettingsvermogen, soms ook noodgedwongen afgesloten.
Telkens is het uiteindelijke doel van de begeleiding het maken van keuzes, soms in de studieloopbaan, soms op socio-emotioneel vlak.
Die keuzes moeten recht doen aan de talenten en de interesses van de jongere die ons toevertrouwd werd én een steun betekenen in zijn zoektocht naar zichzelf. Elke jongere moet zich goed voelen op school; een uitgangspunt om goed te kunnen leren.
We realiseren ons ook dat niet elk kind dezelfde noden heeft op het vlak van begeleiding. Zaken zoals de eigen persoonlijkheid, de opvoeding en ondersteuning thuis, de aanpak in de basisschool, participatie in een jeugdbeweging of sportclub, een goede of minder goed aangepaste studiekeuze, ervaringen uit de privésfeer, aanwezigheid van faalangst, ADHD, dyslexie, dyscalculie, fysische handicap… zijn bepalende factoren die de omvang van de nood aan begeleiding determineren. Vandaar dat de aard en de intensiteit van de begeleiding aangepast wordt aan de noden van elke leerling afzonderlijk. Essentieel hierin is dat we ‘aanbieden’, niet ‘opdringen’.
Leerlingbegeleiding is een opdracht, elke dag opnieuw.
Op onze school staan enkele mensen in die zich bezighouden met de specifieke zorgen van leerlingen:
Voor de eerste graad is dat Sofie Billiet.
Voor de tweede en derde graad is dat An Lootens.
o LEERLINGENOVERLEG
Wekelijks vindt de vergadering van het leerlingoverleg plaats. Deze vergadering komt samen om aangemelde problemen van socio-emotionele aard of die te maken hebben met de studiemotivatie of -methodiek te bespreken en te zoeken naar een gepaste aanpak of begeleiding.
Op dit overleg zitten meerdere partijen rond de tafel; de studiemeester-opvoeder, de leerlingbegeleiders, de graadcoördinator, eventueel de klassenleraar en de adjunct-directeur die het geheel van de leerlingbegeleiding coördineert. Ook onze vaste medewerker uit het CLB is op dit overleg aanwezig.
Soms overstijgen de problemen de mogelijkheden van de begeleiding binnen de schoolmuren. In dat geval nemen we via het CLB contact op met instanties buiten de school. Dit gebeurt in overleg met leerling en ouders.
Problemen van leerlingen worden met discretie behandeld. Daar kan men beslist op rekenen.
o KLASSENLERAAR
Elke klas heeft een klassenlera(a)r(es).
Zij/hij kent de leerlingen van de klas heel goed en volgt hen zo goed mogelijk op.
Wanneer zich een probleem manifesteert, er moeilijkheden zijn bij het studeren …, dan kan de leerling steeds terecht bij de klassenlera(a)r(es). Samen wordt dan gezocht naar de beste oplossing.
We vragen steeds om een probleem niet te laten aanslepen; hoe sneller men contact zoekt, des te spoediger kan het probleem aangepakt worden.
o STUDIEMEESTER
Met allerlei vragen van praktische aard kan men terecht bij de studiemeester.
Bij afwezigheid, wordt een afwezigheidsstrookje of doktersattest ingediend bij de studiemeester. Ook bij een eenmalige afwezigheid in de avondstudie (of namiddagstudie) dient men vooraf een briefje in.
Wanneer de leerling zich ziek voelt, zich ergens zorgen over maakt, iets verloren heeft of met een vraag zit, aarzel dan niet om de studiemeester aan te spreken. Bij hem/haar vindt men steeds een luisterend oor.
o LEREN LEREN
De basisschoolverlaters hebben gemeen dat ze vertrokken zijn uit het “veilige nest” van de meester of juffrouw in een vaak kleine basisschool. In het secundair onderwijs krijgen jongeren verschillende leraren, de zogenaamde vakleraren, met hun specifieke aanpak en persoonlijkheid, afspraken en verwachtingen.
Vooral de strakke vakkenopsplitsing vormt een belangrijke aanpassing. Dit gegeven vraagt van de leerling immers een nieuwe studieorganisatie en een ander denkpatroon.
Precies om hieraan tegemoet te komen voorzien we in tal van ondersteuningsinitiatieven.
Het vak leren leren wordt tweewekelijks aangeboden in het eerste én het tweede jaar, beurtelings met het vak ICT.
De klassenleraar helpt de leerlingen bij het organiseren van het schoolgebeuren (o.a. maken van de schooltas), het plannen van hun taken en toetsen, het vinden van een aangepaste studiemethode …
Een belangrijk werkinstrument voor de leerlingen is de agenda. Die is er niet alleen voor de studieplanning, maar zorgt samen met het tussentijdse rapport ook voor de evaluatie van de leerlingen en de communicatie tussen leraren en ouders.
o ZORG OP MAAT
Voor leerlingen met leer- of ontwikkelingsmoeilijkheden kunnen ondersteunende maatregelen (sticordi-maatregelen) gelden. Deze worden op maat van de betrokken leerlingen opgesteld in een begeleidingsplan.
Voor die leerlingen wordt op de klassenraden extra tijd uitgetrokken. Bij uitzonderlijk dringende zaken wordt een bijzondere klassenraad bijeengeroepen.
Leerlingen die recht hebben op GON-begeleiding (geïntegreerd onderwijs) worden gedurende één of meerdere uren per week individueel begeleid door hun GON-leerkracht(en). Op regelmatige basis evalueren we de vorderingen die de leerling maakt. Waar nodig wordt de begeleiding bijgestuurd. De ouders worden steeds uitgenodigd om op deze overlegmomenten aanwezig te zijn.
Sommige leerlingen hebben recht op extra tijd om proefwerken af te leggen. Waar nodig kunnen leerlingen ook ondersteund worden aan de hand van een computerprogramma (dyslexie). Deze en andere leerlingen zijn welkom in de begeleide proefwerkklas.
- STUDIE
Leren leren is een sleutelwoord in onze school. Nuttig studeren is een goede attitude die we aanleren vanaf het eerste jaar. Zo heeft elk leerjaar zijn eigen studie. Het College is hiermee uniek! Het studeren zit structureel verankerd in het schoolleven.
Onze leerlingen volgen in de voor- en namiddag 10 minuten verplichte studie. Deze tijd gebruiken de leerlingen om hun boekentas te maken, een kleine opdracht af te werken, een les te herhalen of voor te bereiden. Hier komt men tot rust zodat men nadien op een rustige manier de les kan aanvatten. Zo leren leerlingen ook gedisciplineerd te werken, dit onder begeleiding van hun studiemeester.
Na de lessen hebben de leerlingen de mogelijkheid, op basis van eigen keuze, avondstudie te volgen op school. Samen studeren kan motiveren! De studiemeester helpt hierbij om de rust te bewaren en steekt af en toe een handje toe bij het opstellen van een studieplanning.
Ook in het schoolreglement (https://college.petrusenpaulus.be/schoolreglement/) staat vanalles vermeld, zoals daar zijn:
- SAMEN PROBEREN
In de huidige samenleving is het van groot belang dat mensen de kans krijgen om te proberen en daarbij hun weg te zoeken.
Als school willen we daartoe ons steentje bijdragen. Op het niveau van studeren doet de school inspanningen om leerlingen te helpen bij het vinden van een voor hen geschikte studiemethode. Ook tekorten of leerachterstanden worden geremedieerd in samenspraak tussen leerlingen en leraren.
Om leerlingen optimaal te kunnen begeleiden in dit proberen kiest de school ervoor om dagelijks een vaste studiemeester-opvoeder per jaar tussen de leerlingen in te zetten. Zij volgen de leerlingen op en staan hen met raad en daad bij in hun groei naar volwassenheid.
Voor alle emotionele, sociale en cognitieve problemen kunnen leerlingen en ouders terugvallen op het goed uitgebouwde netwerk van klassenleraren, studiemeesters en leerlingenbegeleiders.
De continuïteit over de jaren wordt gewaarborgd door intense samenwerking tussen leraren en door overleg met het centrum voor leerlingbegeleiding (CLB).
- WEDERZIJDSE AFSPRAKEN IN VERBAND MET VORMEN VAN LEERLINGENOVERLEG
Centraal in de individuele leerlingbegeleiding staan overleg, emancipatorische werking en samenwerken met leerkrachten, klassenleraar, CLB, ouders en directie.
- Overleg:
Elke week komen in het leerlingenoverleg de studiemeester-opvoeders, de leerlingbegeleiders, de graadcoördinatoren en de pedagogisch directeurs samen, ondersteund door het CLB. Zij bespreken samen de leerlingen die zich aanmeldden, of werden aangemeld voor zorg op school. Vanuit dit overleg, in samenspraak met de leerling en eventueel ouders, wordt naar de meest aangewezen begeleiding gezocht.
- Emancipatorische werking:
De leerlingbegeleiders, de klassenleraren, de graadcoördinatoren en de studiemeester-opvoeders werken emancipatorisch met de leerlingen. Dit betekent dat zij vooral luisteren naar de leerling en samen met de leerling komen tot mogelijke oplossingen. De leerling maakt zelf een keuze en is zelf verantwoordelijk voor de realisatie van zijn keuze.
Ook op vlak van studiebegeleiding hanteren we ditzelfde principe. De school voorziet de nodige hulp. Op inhoudelijk vlak wordt voorzien in bijlessen en remediëring. Deze ondersteuning doet een beroep op het engagement van de leerling en kan dus geen opgelegde ondersteuning zijn.
- Samenwerking:
Om leerlingen zo goed mogelijk te kunnen begeleiden werkt de leerlingbegeleiding nauw samen met de klassenleraar en andere leerkrachten, bv. op klassenraden.
Zorgvragen die bijzondere hulp of therapie vragen of die in nauw verband staan met de persoonlijke levenssfeer van het gezin, worden doorgegeven aan het CLB.
De ouders kunnen worden ingelicht en gevraagd voor een overleg, bv. wanneer de leerling dit toestaat of vraagt, of wanneer de zaken van die aard zijn, dat een overleg moet gebeuren (meldingsplicht).
Wij rekenen op het begrip van de ouders, dat de leerlingbegeleider discreet met de informatie van de jongere moet omgaan, wil hij of zij in de toekomst nog het aanspreekpunt op school zijn om problemen te kunnen aanpakken. We verwachten van de ouders dat zij ingaan op een gepland overleg en hier positief aan meewerken.
- HET PERSONEEL
De groep leerkrachten vormt het onderwijzend personeel. Sommigen onder hen nemen naast hun specifieke lesopdracht bijkomende taken op zich: klassenleraar, graadcoördinator...
De studiemeesters-opvoeders zorgen voor de eerstelijnsopvang van de leerlingen.
Het administratief personeel staat de directie bij in het administratief beheer van de school.
Ook het personeel dat zorgt voor het onderhoud van de gebouwen, dat alles netjes en schoonhoudt, dat in de keuken werkt... is belangrijk voor het goed functioneren van onze school.
- ZORG
An Lootens en Sofie Billiet zijn de leerlingbegeleiders. Zij zijn het aanspreekpunt voor de leerlingen, de ouders en de leerkrachten. Zij gaan in overleg op zoek naar een antwoord op kleine of grote hulpvragen. Zij kunnen eveneens als tussenpersoon tussen de ouders, de school en het CLB optreden. Het gebeurt weleens dat doorverwijzing naar externe hulpverlening wordt overwogen en georganiseerd.
Tussen de middag kunnen de leerlingen hen gemakkelijk bereiken op de speelplaats, aanspreken aan de schoolpoort of in het schoolgebouw.
Leerlingen brengen soms problemen mee van buiten de school en functioneren daarom minder goed. Anderen hebben duidelijk problemen op school en dragen deze mee als ze de schoolpoort verlaten. Onder leerlingbegeleiding worden alle acties gecatalogiseerd die de school onderneemt omdat de leerlingen zich beter zouden voelen. De klassenleraar is de spilfiguur in de ondersteuning en begeleiding. Wanneer de problematiek de hulp van de klassenleraar overstijgt, dan brengt hij/zij dat via de graadcoördinator ter sprake in het leerlingenoverleg die dan eventueel kan doorverwijzen naar een externe dienst.
- CLB (Centrum voor leerlingenbegeleiding)
Wat is het CLB?
Het Centrum voor leerlingenbegeleiding of CLB is een dienst waarop leerlingen, ouders, leerkrachten en schooldirecties gratis een beroep kunnen doen. Het CLB heeft als opdracht om leerlingen te begeleiden in hun functioneren op school en in de maatschappij. We geven informatie, hulp en begeleiding. We werken samen met de school, maar we behoren er niet toe. Je kind kan dus gerust los van de school bij ons terecht.
Waarvoor kan je bij het CLB terecht?
Je hebt vragen over :
- leren en studeren
bijv.: heeft mijn kind dyslexie? mijn kind heeft moeite met rekenen, ...
- de loopbaan van mijn kind in het onderwijs (onderwijsloopbaanbegeleiding) :
bijv.: een vraag over schoolrijpheid, wat na het 6de leerjaar, wat na het secundair onderwijs,
is buitengewoon onderwijs aangewezen,...?
- de lichamelijke gezondheid (preventieve gezondheidszorg):
bijv.:’Ontwikkelt mijn kind lichamelijk goed ?’ of ‘Vragen over inentingen’...
- de geestelijke gezondheid (psycho-sociaal functioneren):
bijv.:’Mijn kind heeft faalangst, is schoolmoe, voelt zich niet goed in zijn vel, vertoont moeilijk gedrag...
CLB-begeleiding is voor een deel verplicht :
- het medisch onderzoek
- als een leerling te vaak afwezig is op school (leerplicht)
- voor een overstap naar het buitengewoon onderwijs
- om vroeger of net later aan de lagere school te beginnen
- bij een niet zo voor de hand liggende instap in het eerste jaar A of B van het secundair onderwijs.
Bijv. als je kind overgaat naar 1A als het advies 1B is of omgekeerd.
(...)
Hoe werken de school en het CLB samen?
De school en het CLB overleggen samen om de begeleiding zo goed mogelijk te laten verlopen. Het CLB heeft recht op de nodige informatie die over de leerlingen in de school aanwezig is en de school heeft recht op de nodige informatie over de leerlingen in begeleiding. Het CLB houdt bij het doorgeven en het gebruik van deze informatie rekening met de regels van het decreet rechtspositie minderjarigen en het beroepsgeheim, de deontologie en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ook de school houdt rekening met het ambtsgeheim, deontologie en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Dit houdt in dat je kan weigeren om bepaalde gegevens door te geven.
Het CLB zal steeds een belangrijke rol opnemen wanneer we vaststellen dat je nood hebt aan een uitbreiding van zorg. In dat geval zullen we ook jou en je ouders betrekken.
(...)
Wie begeleidt jouw school?
Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding Oostende - Gistel Pensjagersstraat 30
8400 Oostende
T 059/506801
F 059/802028
www.clboostende.be
clboostende@clboostende.be
Jouw CLB-team:
Arts: Krista Calcoen
Paramedisch werker: Ilse Samyn
Psycho-pedagogisch consulent & contactpersoon: Veerle Lamote + Kenny Gardin Contact: voornaam.naam@clboostende.be
Wanneer kan je het CLB bereiken?
Ma tot vrijdag: 8u30-12u | 13u30-17u (donderdag tot 18u)
Vrij spreekuur medisch team: donderdagavond van 17u tot 18u
Open in de herfstvakantie, 2 dagen in de kerstvakantie, krokusvakantie, in de grote vakantie tot en met 14 juli en vanaf 16 augustus.
- HET ONDERSTEUNINGSNETWERK
Onze school is aangesloten bij het ondersteuningsnetwerk West: Adres:Pluimstraat 22 – 8600 Diksmuide.
Voor algemene vragen over ondersteuning en specifieke vragen over jouw ondersteuning kan je terecht bij volgende aanspreekpunten: Sofie Billiet en An Lootens.
Dan heb ik ook nog gesproken met verschillende medewerkers en leerkrachten van het College zelf, zoals de leerlingbegeleider van de hogere graden, de voorlopige pedagogisch directeur van de eerste graad, net als de graadcoördinator van de eerste graad en de GOK-verantwoordelijke. Er zijn veel zaken die al vermeld zijn op de website of in het schoolreglement, maar dit zijn zaken die ik ook nog heb opgestoken:
- In de eerste graad is er een TIL-boekje dat staat voor Talent in Leren, waar de leerlingen allerlei praktische zaken krijgt toegereikt om zo goed mogelijk de starten aan de middelbare schoolcarrière. Dit kadert in het luik van preventie en remediëring van ontwikkelings- en leerachterstanden. Het is de GOK-verantwoordelijke die dit samen met nog een aantal leerkrachten op poten heeft gezet.
- Er is ook een beleid uitgestippeld rond pesten en preventie in het kader van de socio-emotionele ontwikkeling van de schoolgaande jeugd. In de projectweek werkt de school aan een spel voor de eerstejaars. De ouderen zijn naar de film “Spijt” gaan kijken.
- Er is sinds vorig schooljaar opnieuw een succesvol invulling gegeven aan het peter- en meterschap, waar derdegraders vrijwillig de nieuwelingen verwelkomen. De meters en peters gaan daar erg ver in: ze hebben een eigen T-shirt, doen mee aan de sportdag, organiseren trefbalcompetities en helpen mee met het pestspel.
- Bij het overlijden van de vader van een eerstejaars begin december, heeft de graadcoördinator onmiddellijk de leerlingbegeleider erbij gehaald om zowel de leerling als de medeleerlingen op te vangen. De vader was een zeer geëngageerd man en ook nauw betrokken met de OLVO-(muziek)band.
Tot slot heb ik eveneens zorginitiatieven kunnen waarnemen via mijn mentoren:
- Er mag met een laptop gewerkt worden in de klas.
- Kinderen met een leerprobleem krijgen een heel schooljaar de tijd om een monoloog voor de klas te brengen. De leerling mag het eerst onder vier ogen doen. Geleidelijk bouwt de leerkracht dat dan op naar een gesprek vooraan in de klas, maar met de leerling zijn rug naar zijn medeleerlingen gedraaid. Totdat op het einde van het schooljaar, het haalbaar is om een gesprek te voeren vooraan de klas, met iedereen die toekijkt.
- Van alle leerlingen staan de gegevens in het leerlingenvolgsysteem dat terug te vinden is op de Smartschoolaccount van alle leerkrachten.
Maak jouw eigen website met JouwWeb